Terug naar vorige pagina
Officiële classificatie van additieven volgens richtlijn 95/2/EG
Antiklontermiddelen: stoffen die de neiging van afzonderlijke levensmiddelendeeltjes om aan elkaar te kleven, verkleinen
Antischuimmiddelen: stoffen die schuimvorming verhinderen of verminderen
Bevochtigingsmiddelen: stoffen die uitdroging van levensmiddelen beletten door de gevolgen van een lage luchtvochtigheid tegen te gaan, of de oplossing van een poeder in een waterig medium bevorderen
Complexvormers: stoffen die chemische complexen vormen met metaalionen
Drijfgassen: gassen die een levensmiddel uit zijn houder drukken, met uitzondering van lucht
Emulgatoren: stoffen die een homogene menging van twee of meer onmengbare fasen, zoals olie en water, in een levensmiddel mogelijk maken of in stand houden
Geleermiddelen: stoffen die een levensmiddel vorm geven door de vorming van een gel
Gemodificeerde zetmelen: stoffen die door een of meer chemische behandelingen worden verkregen uit eetbare zetmelen, die eventueel een fysische behandeling of een behandeling met enzymen hebben ondergaan, en eventueel met zuur of loog verdund of gebleekt zijn
Glansmiddelen (glijmiddelen daaronder begrepen): stoffen die, wanneer zij aangebracht worden op het oppervlak van een levensmiddel, dit een glanzend uiterlijk geven of een beschermende deklaag vormen
Meelverbeteraars met uitzondering van emulgatoren, zijn stoffen die aan meel of aan deeg worden toegevoegd om de bakeigenschappen ervan te verbeteren
Rijsmiddelen: stoffen of combinaties van stoffen die gas vrijmaken en daardoor het volume van deeg en beslag vergroten
Smeltzouten: stoffen die de kaaseiwitten in gedispergeerde vorm omzetten en zodoende een homogene verdeling van vet en andere bestanddelen bewerkstelligen
Smaakversterkers: stoffen die de bestaande smaak en/of geur van een levensmiddel versterken
Schuimmiddelen: stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van een gasvormige fase in een vloeibaar of vast levensmiddel te vormen
Stabilisatoren: stoffen die het mogelijk maken de fysisch-chemische toestand van een levensmiddel te handhaven Stabilisatoren omvatten stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van twee of meer onmengbare stoffen in een levensmiddel te handhaven en voorts stoffen die een bestaande kleur van een levensmiddel stabiliseren, fixeren of intensifiëren
Verdikkingsmiddelen: stoffen die de viscositeit van een levensmiddel vergroten
Verstevigingsmiddelen: stoffen die de vezels van fruit of groenten stevig of knapperig maken of houden of een wisselwerking met geleermiddelen aangaan om een gel te vormen of te verstevigen
Verpakkingsgasssen: gassen die vóór, tijdens of na het in de verpakking brengen van een levensmiddel in die verpakking worden gebracht, met uitzondering van lucht
Voedingszuren: stoffen die de zuurtegraad van levensmiddelen verhogen en/of er een zure smaak aan geven
Vulstoffen: stoffen die het volume van een levensmiddel vergroten zonder noemenswaardig tot de beschikbare energiewaarde ervan bij te dragen
Zuurteregelaars: stoffen die de zuurte of alkaliteit van levensmiddelen veranderen of regelen